Zo Konden De Perzen Met Dit Efficiënte Ondergrondse Kanalensysteem De Woestijn Van Water Voorzien
Al sinds de oertijden is de mens gedreven door de behoefte om over water te beschikken, zich te concentreren op het verkrijgen en gebruiken ervan zelfs in de meest onherbergzame omgevingen. Dit maakt de techniek die is toegepast bij irrigatiekanalen een van de oudste methoden ter wereld. Het verhaal achter deze techniek ontstaat in het Midden-Oosten, eeuwen voor de komst van Christus. Waar we vandaag naar gaan kijken is de techniek die is uitgewerkt door de grootse Perzische beschaving in 1000 v.Chr. Grote gaten die zijn gemaakt in de droogste gebieden in het huidige Iran konden het water verspreiden over kilometers afstand.
via waterhistory.org
Aan het begin van het eerste millennium voor Christus begonnen de Perzen met de bouw van een imposant irrigatiesysteem dat landbouwers de mogelijkheid gaf om over water te beschikken ondanks de lange droogteperiodes.
De Qanat, zo heten deze kanalen, zijn tunnels die met de hand zijn uitgegraven, breed genoeg om een arbeider erin te laten staan.
De lengte van een Qanat kon wel oplopen tot enkele tientallen kilometers, en langs het traject werden verticale kanalen uitgegraven die op 20 á 30 meter afstand van elkaar lagen
Hierdoor was het mogelijk om het opgegraven materiaal te verwijderen en een ventilatiesysteem te maken dat ook een schuilplaats was voor de arbeiders.
Het belangrijkste ondergrondse kanaal begon in waaiervorm waarin het water stroomde dat doorgaans uit de bergvalleien kwam, en langzaam naar beneden ging om vervolgens in de buurt van een stad uit te komen.
Met deze ingenieuze methode werd voorkomen dat water kon verspreiden zoals dat gebeurt in bovengrondse kanalen door overstromingen of verdamping
Dankzij deze geweldige efficiëntie zijn de qanat-irrigatiesystemen nu nog in gebruik, en niet alleen in Iran (in de stad Gonabad zijn er 37,000 actief), maar ook in andere gebieden ter wereld.