We weten dat heroïne bestaat, maar waarvoor het werd gebruikt in de 20ste eeuw zal je verbazen.
Heroïnegebruik is gedefinieerd als de grootste en dodelijkste plaag van het tweede millennium. Dit verdovende middel wordt gewonnen uit de papaver somniferum dat al door de Sumeriërs als 'vreugdeplant' werd bestempeld. Alles begint bij de papaverplanten waaruit de opium wordt gewonnen dat er rubberachtig uitziet en verder wordt bewerkt om er morfine en heroïne van te maken.
Alder Wright maakt als eerste heroïne in 1874.
Tegen het einde van de 19e eeuw werd er binnen de scheikunde geëxperimenteerd met de acetylering van moleculen of met andere woorden: chemische stoffen uit acetylgroepen gaan hierbij verbindingen met elkaar aan om moleculen te verkrijgen die sneller een chemische reactie aangaan.
Acetylering werd uitgeprobeerd op het morfinemolecuul, dat toen in die tijd al bekend was. Het resultaat van deze reactie was het heroïnemolecuul, ook al werd de naam heroïne er pas later aan gegeven. Wright was een natuurkundig en scheikundig onderzoeker aan de St. Mary Medical School in Londen en stuurde de monsters die hij had gesynthetiseerd naar zijn collega Dr. Pierce voor een diepgaande analyse. Bijgevoegd bij de staaltjes was er een brief waarop de observaties stonden opgesomd die waren waargenomen nadat heroïne onderhuids was geïnjecteerd bij ratten en honden.
"Direct na het inspuiten waren er lethargie, angst, slapeloosheid, vernauwde pupillen, overmatige speekselproductie en in sommige gevallen kokhalzen te bemerken. Snelle ademhaling die plots vertraagt, een verminderde en onregelmatige werking van het hart. Gebrek aan spiercoördinatie, onvermogen om het bekken en de onderliggende ledematen te bewegen, daling van de lichaamstemperatuur."
Het molecuul dat Wright had gesynthetiseerd vonden de voornaamste chemische bedrijven niet belangrijk genoeg; al het onderzoek werd opgeschort.
Drieëntwintig jaar later maakte Felix Hoffman opnieuw. De chemische reactie vond plaats in de laboratoria van Bayer waar de scheikundige werkzaam was.
Er werd een zeer reactief molecuul geïsoleerd dat heroïne genoemd werd, dat is afgeleid van heroïsch, oftewel heldhaftigheid en kracht.
Het bedrijf Bayer zag in dit molecuul toepassingen op medisch gebied en begon het te verkopen waarbij er de nadruk werd gelegd op het fantastische effect dat het had. Het maken van de heroïneverbinding en de daaropvolgende verkoop liep van 1898 tot en met 1910: Het werd aangeboden als alternatief voor morfine omdat er geen kans was op verslaving. Het middel werd hoofdzakelijk gebruikt als hoestonderdrukker.
In de beginjaren van de 20ste eeuw werd heroïne net zo gebruikt als een aspirientje van tegenwoordig.
Artsen schreven het voor om een breed gamma aan kwalen te behandelen, zowel van fysieke als psychische aard. Het werd vooral gepromoot als middel waar je niet verslaafd aan kon raken, sterker nog, heroïne was een middel om van morfineverslaving af te komen.
In 1906 keurde de Amerikaanse Artsenraad het middel goed voor een breed aantal toepassingen.
Heroïne werd pas in 1924 opnieuw onder de loep genomen toen er een verslag verscheen over criminaliteit in New York. Bij het merendeel van berovingen, diefstallen en ruzies speelde het gebruik van dit middel een rol. Vanaf dat moment werden er zware belastingen geheven op doktersvoorschriften van heroïne en de in- en uitvoer ervan onder strenge controle kwam te staan.
Toen heroïne werd verboden ontwikkelde er zich een zwarte markt die steeds groter werd.
Tussen 1970 en 1990 was heroïneverslaving het grootste probleem in de maatschappij. De schade die ontstond door het gebruik ervan viel niet te betwisten, zoals dat ook het geval was voor de verslavende werking, iets dat tot dan toe werd ontkend.
In Europese en Amerikaanse steden werden verslaafde daklozen op zoek naar geld voor heroïne een vast onderdeel van het straatbeeld. Parallel aan het misbruik van heroïne was er ook het probleem van de verspreiding van het HIV-virus. Het gebruik van deze drugs vond vaak plaats in groepen waar naalden waarmee ze de drugs inspoten, onderling vaak uitwisselden en hergebruikten.
Aan het eind van de jaren negentig kwam het al veel minder voor, dit komt waarschijnlijk door het overlijden van drugsverslaafden, hun gevangenschap en vrijwillig afkicken.
Ook kan er niet aan het feit voorbij worden gegaan dat nieuwe drugs ervoor zorgden dat heroïne werd ingeruild voor drugs van het nieuwe millennium, met XTC op de eerste plaats.