In een noorse studie is de hoeveelheid straling afkomstig van Fukushima in kaart gebracht waaraan we zijn blootgesteld. Lees de resultaten
Het probleem van deze tijd is dat we ten onrechte denken dat er pas nieuws is als je erover te weten komt via het journaal, in de krant en op social media. Met andere woorden: wanneer niemand meer praat over een probleem, dan wordt ervan gedacht dat het op een of andere magische manier al zou zijn opgelost. Jammer genoeg steekt de realiteit anders in elkaar, want de kwestie rondom Fukushima speelt nog altijd, ondanks het feit dat niemand op het idee komt om er een nieuwsitem van te maken en dat uit te zenden. Het Noorse Instituut voor Luchtonderzoek heeft altijd de centrale in de gaten gehouden die is ontploft in 2011, en heeft recentelijk naar buiten gebracht wat de gevolgen zijn van de kernramp voor de bevolking.
De Noorse vorsers hebben de data onderzocht die zijn verzameld door de Comprehensive Nuclear-Test-Ban Treaty Organisation, een onderzoeksteam dat bestudeert wat de gevolgen voor mens en milieu zijn van kernrampen en explosies die overal ter wereld hebben plaatsgevonden. De data die is geregistreerd bestaat uit seismische activiteit en de hoeveelheid van radioactieve deeltjes die aanwezig zijn in de atmosfeer. Wat Fukushima aangaat is er met name gekeken naar de radioactieve isotoop Cesium-137, een zware stof die zich kan verspreiden over lange afstanden omdat het in water kan oplossen.
Voordat we gaan kijken aan hoeveel straling de bevolking daadwerkelijk heeft stilgestaan is het belangrijk om eerst te begrijpen met welke maat de radioactiviteit gemeten wordt. Deze meeteenheid wordt sieverts genoemd en komt overeen met de hoeveelheid radioactieve energie dat een lichaam binnenkrijgt. Wanneer we een röntgenfoto maken krijgen we 0,1 sieverts binnen.
De onderzoekers hebben ontdekt dat slechts 23% van de vrijgekomen Cesium-137 is achtergebleven in Japan en dat de rest in de zee terecht is gekomen. "Meer dan 80% procent van de straling is neergekomen in het zee- en poolwater, de wereldbevolking heeft dus maar minimaal blootgestaan" zo laat een van de onderzoekers weten tijdens de Geowetenschappelijke conferentie in Wenen.
Het ligt voor dat Japan voortdurend heeft blootgestaan aan straling, vooral in de dagen die volgden op de ramp. In de drie maanden daarna kwam het niveau van gammastraling op 5 millisievert. De rest van het land had te maken met 0,5 millisievert dat min of meer gelijkstaat aan een CT-scan.
We moeten niet vergeten dat we allemaal blootstaan aan een bepaalde hoeveelheid straling per jaar. Dat schommelt zo tussen de 1,5 mSv en de 3 mSv. Factoren die bijdragen aan blootstelling zijn lange vliegreizen, het eten van besmet voedsel en milieuvervuiling.
Uitgaande van het onderzoek kunnen we opgelucht ademhalen, maar laten we vooral niet te egoïstisch denken en ook niet de flora en fauna rondom Fukushima vergeten, die ernstig is aangedaan door de straling. Het zal niet te vergelijken zijn met de kernramp in Tsjernobyl in 1986, maar het is duidelijk dat we nog moeten leren over hoe kerncentrales moeten worden gerund... ten koste van het milieu.