Door onderzoek bevestigd: geen broers of zussen hebben verandert je hersenen
De kwestie rondom gezinnen met enig kind of grote gezinnen is altijd voer voor discussie geweest, maar in deze eerste jaren van de 21ste eeuw hebben westerse gezinnen een radicale omslag gemaakt, namelijk dat je dan maar een kind hebt waarvoor je moet zorgen, een kind dat je maar hoeft groot te brengen. Wat waarschijnlijk meegewogen heeft in deze keuze is de moeite die mensen hebben om na het moederschapsverlof weer aan het werk te gaan (dit gaat in sommige landen meer op dan andere). Hoe dan ook is het besluit van ouders van zeer grote invloed op de ontwikkeling en de groei van hun kind en niet alleen maar omdat het dan alleen opgroeit of in gezelschap van broers of zussen. In een onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift Brain is er een analyse gemaakt van de hersenen van personen die enig kind zijn en wat ze kunnen. Hetzelfde is gedaan bij broers of zussen; de verschillen die zijn gevonden zijn duidelijk aantoonbaar.
Het onderzoek is gebaseerd op de veronderstelling dat de gezinssamenstelling van invloed is op de ontwikkeling van de structuur van de hersenen van kinderen. Men wil onderzoeken of het verschil in hun gedrag overeenkomt met hun hersenen die anders werken. Er is gekeken naar enkele karaktertrekken van proefpersonen door de verschillende opbouw te bestuderen die hun hersenen zouden hebben. Tot nu toe zijn er 303 universiteitsstudenten onderzocht, 126 van wie enig kind is en er 177 broers of zussen hebben. De data die tot nu toe is verzameld laat zien hoe mensen die enig kind zijn een groter creatief vermogen hebben maar minder sterke sociale vaardigheden. Het omgekeerde resultaat blijkt bij kinderen die broers of zussen hebben. Deze verschillen in persoonlijkheid komen ook overeen met de verschillen die in de pariëtale kwab en de prefontale cortex zijn gevonden.
Mensen die enig kind zijn blijken een grotere hoeveelheid grijze materie te hebben in de pariëtale kwab (gebied in de hersenen dat is gekoppeld aan de verbeeldingskracht) en kleiner in de prefrontale cortex. Ook hier zijn de resultaten het omgekeerde in vergelijking met mensen die broers of zussen hebben.
Het onderzoek concludeert dus dat het gezin waarin we opgroeien van invloed is op de manier hoe de hersenen in elkaar zitten en als gevolg daarvan, ten dele dan, van invloed is op wat voor een persoon we worden. Er is nog veel werk aan de winkel binnen dit onderzoeksgebied, maar de behaalde resultaten lijken goed te zijn. Dus, mocht je (meer dan) een kind willen dan weet je wat je te wachten staat.