Deze dame overleefde drie scheepsrampen, inclusief de Titanic: Dit is het verhaal van de 'Onzinkbare' verpleegster

door Skip

01 Juli 2017

Deze dame overleefde drie scheepsrampen, inclusief de Titanic: Dit is het verhaal van de 'Onzinkbare' verpleegster

Tussen 1908 en 1914 bouwde de in Belfast gelegen scheepsbouwer Harland and Wolff Heavy Industries voor de Engelse zeevaartmaatschappij White Star Line drie dezelfde passagiersschepen die samen de zogenaamde Olympische Klasse zouden vormen. De drie zeegiganten werden op verschillende manieren ingezet maar hen stond het hetzelfde soort lot te wachten. Ze hadden niet alleen dezelfde scheepsbouwer met elkaar gemeen, maar deelden ook de gebeurtenis die een vrouw overkwam. De verpleegster Violet Jessop is de geschiedenis ingegaan omdat ze wel drie scheepsrampen heeft overleefd. 

Coverfoto's: Wikimedia 1 - 2

Een maatschappij, drie incidenten, dezelfde mazzel.

Een maatschappij, drie incidenten, dezelfde mazzel.

De Olympic (te water gelaten in 1910), de Titanic (te water gelaten in 1911) en de HMS Brittanic (te water gelaten in 1914) zijn in Belfast gebouwd en de eerstgenoemde wordt gezien als het gelukkige zusje, omdat zij als enige een "normaal" lot had. Het geval wilde dat Violet Jessop, verpleegster en stewardess, aan boord zou zijn van alle drie de schepen toen deze betrokken raakten bij ongelukken die ook ernstig waren.

Violet werd geboren in Argentinië in een Iers gezin. Toen ze zestien was verhuisde ze, nadat haar vader was overleden, naar Engeland. In 1910 begon ze te werken voor White Star Lines en het jaar daarna op 20 september, was ze aan boord van de Olympic toen deze botste met de Hawk-kruiser en er een scheur in het achtersteven kwam, waardoor er enkele waterdichte compartimenten beschadigden en de schroef een blad verloor. Het schip zonk echter niet maar werd gerepareerd om vervolgens gesloopt te worden "nadat het met pensioen was gegaan" in 1935.

Op 10 april 1912 had de 25-jarige Violet Jessop dienst op de Titanic. Zij bevond zich tussen de 710 mensen die een plek wisten te bemachtigen op de weinige reddingsloepen (de hare was nummer 16) die daarna werden opgepikt door het schip de RMS Carpathia. 1514 passagiers kwamen om het leven.

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak was de Brittanic de grootste en in theorie de veiligste van de drie transatlantische oceaanschepen en werd niet ingezet als passagiersschip, maar omgezet in een ziekenhuisschip. Op 21 november 1916 tijdens een van de zovele tochten om gewonden te vervoeren raakt het schip een mijn die door een Duitse onderzeeboot (SM U-73) was geplaatst in de Egeïsche Zee de maand ervoor. Binnen 57 minuten was de Brittanic gezonken en vonden 30 mensen de dood. Violet Jessop wist ook toen reddingssloep te vinden maar kreeg een stukje van de scheepsschroef in haar hoofd. Ze liep zware verwondingen op maar ze overleefde het, net als de andere keren en toen ze als kind tuberculose kreeg.
Ze stierf in 1971 toen ze 84 jaar oud was.