Een nieuwe theorie suggereert dat het eitje de zaadcel kiest... en niet andersom!
We kennen allemaal het beeld van de zaadcel die als een malle na een meedogenloze reis eindelijk het wachtende eitje bevrucht.
De theorie die we allemaal op school geleerd hebben is dat het de geslachtscel van de man is die zijn concurrentie verslaat, maar er zijn onderzoeken de laatste jaren waarbij deze aanname in twijfel is getrokken en die laten zien dat de vrouwelijke geslachtscel een minder passieve rol zou kunnen spelen dan eerst werd gedacht.
Een minder passieve rol dan tot nu toe gedacht.
Joseph Nadeau is de eerste die met meer overtuiging deze nieuwe theorie naar voren schuift. Nadeau, die hoofdgeneticus is aan het Pacific Northwest Research Institute, waar sinds 2005 het onderzoek naar bevruchting is verdiept. Dit deden zij omdat er namelijk resultaten uitkwamen die niet strookten met de verwachtingen die ze hadden wat betreft genetische combinaties. Van wat we weten, zou toevallige bevruchting moeten leiden tot specifieke combinaties van genen (ken je de wetten van Mendel nog?). Nadeau heeft echter afwijkingen gezien die hem aan het denken hebben gezet en tot de hypothese hebben laten komen dat er weinig toeval bij komt kijken. Want, aan het einde van de rit zou het eitje namelijk een grondige selectie kunnen uitvoeren.
"Er zijn zat onderzoeken die dit soort onverwachte resultaten zagen, maar om een of andere reden heeft men zich nooit erop ingesteld om dit niet te bekijken als een toevalligheid, maar als een keuze die door de vrouwelijke geslachtscel wordt gemaakt", zegt Nadeau.
"Misschien komt dit doordat de vrouwelijke voortplantingsanatomie van nature iets cryptischer in elkaar steekt en om die reden lastiger is om te bestuderen", oppert zijn collega Mollie Manier.
Hoe wordt, hypothetisch gezien, dit selectieproces dan door het eitje uitgevoerd? Als mogelijke verklaring suggereert Nadeau de rol die foliumzuur speelt (vitamine B) in de celcommunicatie tussen zaad en eicel. Enkele genen die afwijken zouden de kracht kunnen verminderen waarmee beide geslachtscellen elkaar aantrekken en dan dus de voorkeur hebben voor een zaadcel boven de andere.
Om uit te vinden of dit daadwerkelijk ook zo gebeurt zullen er verdere biochemische onderzoeken nodig zijn. Wij zijn heel nieuwsgierig of de theorie ook door anderen zal worden bevestigd.
Bronnen:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3478648/
http://www.genetics.org/content/207/2/369