Deze man met z'n "Arm van goud" heeft door zijn bloedgroep meer dan twee miljoen kinderen kunnen redden
Het was 1951 toen Australiër James Harrison, die toen 14 jaar oud was, plots in het ziekenhuis moest worden opgenomen vanwege een probleem waarbij het verwijderen van een long en een ziekenhuisverblijf van drie maanden nodig was.
Toen kwam hij als jongeman te weten over het bloeddonatiesysteem en dat zijn eigen leven hierdoor was gered. Zo, vanaf het moment dat dit wettelijk kon, had hij besloten om een donateur te worden, om iets terug te doen voor al die mensen die hij had gered en zo veel mogelijk mensen hoop te geven.
Meneer Harrison moest eerst 18 worden voordat hij bloed kon gaan doneren.
Australian Red Cross Blood Service
Maar sinds hij zijn eerste donatie deed aan het Australische Rode Kruis zestig jaar geleden, heeft hij nooit een afspraak gemist!
Australian Red Cross Blood Service
In de jaren zestig kwamen veel baby's te overlijden door foetale erythroblastose, een ziekte die een foetus kan krijgen als de moeder Rh-negatief is en de vader Rh-positief is en de foetus op zijn beurt ook Rh-positief is.
Medici ontdekten in die tijd dat meneer Harrison het bloedtype D-negatief had, dat compatibel is met alle bloedgroepen en geen anti-A- en anti-B-antilichamen heeft. Dit was de enige hoop tot overleven voor deze kinderen. Dat je deze blodgroep hebt is heel zeldzaam (in Australië denken ze dat er maar 50 mensen zijn met dit bloedtype) en zijn geneeskundigen in de veronderstelling dat Harrison deze mogelijkheid juist had gekregen door de bloedtransfusie die hij kreeg toen voor zijn eigen operatie.
Sindsdien werd het bloed en plasma dat Harrison doneerde een bron van leven voor alle kinderen die lijden aan deze ziekte.
Australian Red Cross Blood Service