Dit is de kortste intelligentietest ter wereld die maar door een op de zes mensen kan worden beantwoord. Lukt jou het?
De cognitieve reflectietest (CRT) test is de kortste IQ-test die er is. Er zijn namelijk maar drie vragen en het doel is om bij degene die de test doet, te meten hoe veel verder hij (of zij) kan denken dan het eerste antwoord wat er in hem opkomt en even kunnen pauzeren en langer kan nadenken over de vraag die hij voor zich heeft liggen.
Dit geeft ons al het idee dat dit van die vragen zijn die een gewoon antwoord lijken te hebben, maar waar echter een andere manier van nadenken voor nodig is.
Zou jij de CRT-test kunnen halen?
Een onderzoek dat is verricht door professor Shane Frederick, die ook de test ontworpen heeft en werkzaam is bij de Yale Management School, heeft laten zien dat slechts 17% van de mensen die deze test gemaakt hebben het lukte om een correct antwoord te geven op alle drie de vragen. Dit zijn ze:
- Een bal en een honkbalknuppel kosten bij elkaar samen 1,10 dollar. De knuppel kost één dollar meer dan de bal. Hoe duur is de bal?
- Als drie machines 5 gereedschappen in elkaar zetten binnen 5 minuten, hoeveel tijd hebben tien machines dan nodig om 10 gereedschappen in elkaar te zetten?
- In een meer ligt een waterlelieblad. Elke dag verdubbelt het blad in grootte. Als het waterlelieblad 48 dagen nodig heeft om het hele wateroppervlak van het meer te vullen, hoeveel dagen zou het dan kosten om slechts de helft te vullen?
Probeer dit maar te beantwoorden!
Kijk of je het juiste antwoord hebt gegeven!
- Bij deze eerste vraag had je graag willen zeggen dat de bal 0,10 dollarcent kostte, maar heb je deze impuls onderdrukt. Het correcte antwoord is echter 0,5 cent: als we hier een dollar aan toevoegen, dan maken we hieruit op dat de knuppel 1,05 dollar kost en dat het totaal juist neerkomt op 1,10 dollar. Volgens het onderzoek van Frederick hebben mensen die 0,10 als antwoord hebben gegeven niet veel geduld!
- Het correcte antwoord op de tweede vraag is 5 minuten en geen 100 zoals je misschien wel geneigd was te denken. Door je op het eerste deel van de zin te focussen, maak je uit op dat het elke machine vijf minuten kost om iets te maken!
- Het antwoord op de derde vraag is 47. Hoe kom je aan dit getal? Door niet het aantal dagen door tweeën te delen die nodig zijn om het wateroppervlak van het meer te bedekken, maar door juist een dag eraf te trekken! Op de 47ste dag zal namelijk het waterlelieblad qua grootte de helft groter zijn als de dag erna, en die omvang hebben we nodig om heel het meer te bedekken!
Hoe heb je het ervan afgebracht?
Bron:
https://law.yale.edu/Frederick_CognitiveReflectionandDecisionMaking.pdf