6 geheimen van het oosterse onderwijssysteem die in heel de wereld ingevoerd zouden moeten worden
Volgens het Programme for International Students Assessments, een internationaal orgaan dat de prestaties van leerlingen in heel de wereld meet, zijn Japanse, Chinese en Koreaanse zijn de besten van allemaal, een titel die ze al vele jaren in handen hebben. In Amerika, waar er een grote migrantengemeenschap leeft, is het algemeen bekend dat jonge Aziaten goed zijn in wetenschappelijke vakken. Maar dit is niet alleen een dingetje van cijfers, want gemiddeld genomen zijn zij ook respectvoller en beleefder dan Westerse kinderen.
Dat komt door een onderwijssysteem, gezins- en schoolleven dat erg van het onze verschilt.
1. Veel liefde in de eerste levensjaren
In de eerste twee jaar, overladen Aziatische ouders hun kinderen met genegenheid. Zo knuffelen ze hen, omhelzen ze hen en geven ze het gevoel dat ze worden geaccpteerd. Daarbij zien ze hen helemaal niet als dom, ze vertellen hun alles vanaf dag een zodat de kinderen de taal beginnen te leren en kennis te maken met de wereld zonder dat zij dit in de gaten hebben.
2. Het leven is de beste leermeester
In tegenstelling tot de westerse gewoonte verbieden ze in Azië kinderen niet graag dingen. Ze laten hen vrij om dingen te ervaren en leggen ze hen liever uit waarom iets gevaarlijk zou kunnen zijn en wat de gevolgen zijn die ze tegemoet gaan. In plaats van zeggen "dat mag niet omdat ik het zeg!", zeggen ze "als je dit doet, dan gebeurt er dat" en laten ze het over aan het leven dat kinderen lessen leren. Daardoor groeien ze al van kleins af aan zelfverzekerd en met een gevoel voor verantwoordelijkheid op.
3. Geen egoïsme
De eerste regel is niet "kijk uit dat je je niet bezeert" maar "doe anderen geen pijn". Aziatische landen staan bekend om hun gemeenschapsethiek en dat in de opvoeding geleerd wordt je onderdeel te voelen van het collectief, waarin individualisme sterk in bedwang moet worden gehouden en dan al vanaf kleins af aan. Als ze eenmaal volwassen zijn regelen Aziaten hun sociale leven, het werken in een team veel beter dan westerlingen die blootstaan aan een ongebreidelde individualistische inslag.
4. Sport en andere activiteiten als ze nog maar ukkies zijn.
Wanneer ze 2 of 3 jaar zijn beginnen Aziatische kinderen met sport en andere vormende voorschoolse activiteiten. Wanneer ze leerplichtig zijn kunnen velen van hen al een instrument bespelen en kennen ze al de basisbeginselen van wiskunde en grammatica. De 'opleiding' van kinderen begint dus al heel vroeg, in een heel gevarieerde omgeving, rijk aan verschillende stimuli.
5. Zelf naar de basisschool gaan
Het resultaat van de voorschoolse vorming is dat wanneer ze naar de basisschool gaan al vrijwel onafhankelijk zijn. Ze gaan namelijk alleen naar school en verplaatsen zich zonder dat ze worden vergezeld door hun ouders. Daarnaast, zoals al is gezegd, komen ze al goed voorbereid op school met de basisbeginselen van wiskunde en grammatica en rekenen. Vooral wiskunde is erg belangrijk omdat er wordt gedacht dat dit goed is voor de ontwikkeling van de hersencapaciteiten in het algemeen.
6. Er wordt geen druk gelegd op kinderen die net school afgerond hebben
Als ze eenmaal uitgeleerd zijn worden kinderen niet door ouders gepusht om zo snel mogelijk een baan te vinden. Zij hebben zo'n groot vertrouwen in het nationale onderwijssysteem en de opvoeding waardoor ze geloven dat kinderen wel hun eigen weg zullen vinden. Desondanks, en misschien wel als gevolg van het gebrek aan spanning heeft het merendeel van jonge Aziaten al duidelijke ideeën in hun tienerjaren.