10 monsterlijke wezens waar we niet rouwig om zijn dat ze zijn uitgestorven
In de laatste 500 miljoen jaar is de aarde het toneel geweest van meerdere massa-extincties van ongekende proporties. Door al die sterfte verdween 50 tot 90% van de soorten die toen op dat moment van uitsterven bestonden. Dat ging zo ver dat we vandaag kunnen stellen dat 90% van alle wezens die door de tijd heen op aarde hebben geleefd, zijn uitgestorven. Maar dat is niet iets om verdrietig over te zijn, want soms, zoals in de tien gevallen die volgen, zal je het helemaal niet erg vinden dat je de aarde niet meer hoeft te delen met deze wezens!
1. Titanoboa
Deze slang, was met zijn lengte van 12,8 meter en gewicht van 1,2 ton de grootste die ooit aarde heeft geleefd. Circa 58 tot 60 miljoen jaar geleden bewoonde hij tropische gebieden en at hij waterdieren.
2. Carbonemys
Deze reuzenschildpad, tijdgenoot van de Titanoboa, 1,72 meter lang, was een van de grootste schildpadden die ooit heeft bestaan. Hij verscheen ongeveer vijfduizend jaar nadat dinosauriërs verdwenen en hij had zulke grote kaken dat hij gemakkelijk krokodillen kon verorberen.
3. Pulmonoscorpius
Deze schorpioen was ongeveer 0,7 meter lang en leefde ongeveer 345 miljoen jaar geleden. Zijn resten zijn gevonden in Schotland in 1994. In tegenstelling tot de schorpioenen van nu leefde hij in moerassen. Zijn vermogen om te doden moet vooral in zijn dikke staart hebben gezeten, ook als je kijkt naar zijn kleine scharen.
4. Mosasaurus
De mosasaurus leefde 70 tot 66 miljoen jaar geleden en was een gigantisch waterreptiel dat 17 meter lang kon worden en 5 ton kon wegen. Hij had een stevige kop, twee grote ogen - waar hij echter weinig mee zag -, grote, driehoekige tanden en ledematen als peddels. Zij zwommen niet in diep water en joegen voornamelijk op vissen, schildpadden, ammonieten, kleinere mosasaurussen, pterosaurussen en plesiosaurussen.
5. Kortsnuitbeer
Je kon dit dier in grote getallen aantreffen in het huidige Noord-Amerika elfduizend tot 1,8 miljoen jaar geleden. Deze beren konden bijna 4 meter hoog worden, 1 ton wegen en waren dus een van de grootste vleesetende landzoogdieren ooit bestaan. Ondanks z'n forse bouw kon hij rennen met een snelheid tussen de 50 en 70 kilometer per uur, nodig voor de jacht op wilde paarden en saiga-antilopen.
6. Fasolasuchus
Deze arcosaurus leefde 208,5 tot 201,3 miljoen jaar geleden in Zuid-Amerika. Met zijn lengte van 8 á 10 meter was het een van de grootste landroofdieren die ooit hebben bestaan. Hij had een enkele rij schubben op zijn huid.
7. Helicoprion
Deze vis, die 290 tot 225 miljoen jaar geleden leefde, was 12 meter lang en familie van de haai en is een van de vreemdste dieren die ooit hebben bestaan. Hij bestond bijvoorbeeld volledig uit kraakbeen, met uitzondering van zijn karakteristieke tanden in zijn onderkaak, waar niet ontoevallig fossielen van zijn overgebleven. Deze tanden waren zo geplaatst dat ze een spiraal vormden, die groeide als er nieuwe tanden kwamen. De oude tanden verdwenen gewwon weer in zijn bek.
8. Dunkleosteus
Deze vis, behorend tot de gewervelde placodermen, beschikte over de krachtigste beet die ooit is geregistreerd (10 ton): in plaats van tanden had hij twee paar scherpe botvormige platen die in een snavel-vormige bek zaten. Hij was tussen de 8 en tien meter lang, woog tussen de drie tot 7 ton en leefde 70 miljoen jaar geleden. Zijn fossielen zijn gevonden in Europa, Afrika en Amerika.
9. Edestus giganteus
De edestus, net als de Helicoprion een kraakbeenvis, leefde tussen de 309 en 266 miljoen jaar geleden en kon 7 meter lang worden. Zijn onderscheidende kenmerk, een enkele rij tanden op elke kaak, waar steeds maar nieuwe tanden op kwamen totdat ze uit zijn bek staken. Aan de slijtage van de tanden in de gevonden fossielen lijkt het erop dat hij met zijn dodelijke bek eerst zijn prooi 'sloeg' alvorens ze op te eten.
10. Megalodon
Deze haai, die ommenabij tussen de 23 en 2,6 miljoen jaar geleden leefde, wordt gezien als een van de grootste en sterkste roofdieren die jaagde op gewervelden, was 18 meter lang en had tanden van circa 18 centimeter en een krachtige beet. Het was niet alleen formidabel roofdier vanwege zijn grootte, maar ook vanwege zijn snelle zwemvermogen. Er wordt gedacht dat hij complexe jachttechnieken had en vooral walvissen, dolfijnen en reuzenzeeschildpadden at.
Afb: Kate W/Wikimedia | Zachi Evenor/Wikimedia
