12 eigenaardige feiten over de make-up in het oude Rome die absurde gewoonten uit het verleden onthullen
Ook in het oude Rome was make-up een dagelijks ingrediënt in het leven van vrouwen, vooral de rijken en prostituees: voor vrouwen uit de middenklasse was make-up echter een activiteit die teveel tijd kostte, omdat cosmetica meerdere keren per dag moest worden aangebracht. Met de komst van het christendom was bovendien de gewoonte om make-up te dragen verder gedifferentieerd tussen de heidense vrouwen, die altijd aandacht schonken aan schoonheid, en de christenen die in plaats daarvan geloofden dat ze God moesten prijzen voor wat hij hen bij de geboorte had gegeven.
Dat van cosmetica is een zeer rijk belangrijk thema voor de oude Romeinen, maar ook eigenaardig: hier zijn enkele merkwaardige feiten die je meer zullen laten weten over de Romeinen en hun make-up.
• Voor de Romeinen was alleen "behoud van schoonheid" aanvaardbaar en niet "onnatuurlijke verfraaiing".
• Vergeleken met de normen van vandaag was de make-up in het oude Rome hoe dan ook overvloedig omdat deze zichtbaar moest zijn in de omstandigheden met weinig licht van die tijd.
• Een geur die te sterk was, werd verondersteld te worden gebruikt om de geur te bedekken die ontstond na teveel te hebben gedronken.
• De witte huid, een teken dat men tot de hogere klassen behoorde, was het meest gewilde kenmerk in het oude Rome, ondanks het feit dat de inheemse Romeinen een olijfkleurige huid hadden.
• Voor de bereiding van cosmetica en schoonheidsmaskers werden vaak ingrediënten van dierlijke oorsprong gebruikt, waaronder: schapenvet (lanoline), uitwerpselen, placenta, merg en urine.
• Het bad in ezelinnenmelk, waar Cleopatra zich dagelijks mee waste, was een extreem dure behandeling.
• Rimpels, sproeten en vlekken veroorzaakt door zonnestralen duidden een persoon aan die behoorde tot de lagere sociale klassen.
• Rode nuances op de wangen werden gewaardeerd, als teken van een goede gezondheid: ze werden gereproduceerd met natuurlijke rode ingrediënten, zoals krokodillenmest, rozenblaadjes en klaproosblaadjes.
• Behalve het haar, werden andere aanwezige haren op het lichaam van een vrouw niet gewaardeerd: ze werden verwijderd met een op hars gebaseerde was, gesneden of met een pincet verwijderd.
• Men geloofde dat slechte gewoonten leidden tot het uitvallen van de wimpers. Vrouwen beschermden wimpers en maakten ze vaak met een zwarte kleurstof dikker.
• Oogschaduw werd gebruikt om de diepte van het oog te accentueren, vooral groen (verkregen uit malachiet) en blauw (verkregen uit azuriet).
• Dikke wenkbrauwen waren in de mode, vaak ook in het midden samengevoegd. De gewoonte van het uitdunnen verspreidde zich pas in de eerste eeuw na Chr.