De kaart van de Stammen van inheemse Amerikanen: een stukje geschiedenis dat je NOOIT in schoolboeken hebt gelezen
Het is bekend, de geschiedenis wordt geschreven door de winnaars en vanaf het begin van onze schoolopleiding raken we gewend om feiten en gebeurtenissen uit het verleden te lezen vanuit dit oogpunt, waar de helden - ongeacht welke en hoeveel wreedheden ze hebben begaan - “altijd de redders van het land zijn”. De geschiedenis van het Amerikaanse continent is hiervan een voorbeeld: een reeds bestaand gebied, opnieuw ontdekt in 1492 door Christopher Columbus, die nog steeds wordt herinnerd in de geschiedenisboeken als de grote ontdekkingsreiziger die Amerika ontdekte. De inheemse volkeren die in die plaatsen woonden werden bijna volledig uitgeroeid in de eeuwen daarna en tot op heden neigt de Amerikaanse geschiedschrijving er nog steeds toe het geweld waarmee de verovering werd voltooid, uit de geschiedenisboeken weg te laten.
Waarom is er geen spoor in de geschiedenisboeken van de kaart van de Stammen van inheemse Amerikanen? Een provocerende vraag die wil aanzetten tot nadenken over begrippen als "uitroeiing" en "genocide", woorden die de westerse geschiedschrijving al langer vermeed. Inheemse volkeren worden op Amerikaanse scholen nog steeds niet bestudeerd als een fundamenteel onderdeel van de geschiedenis van het continent. Het geeft te denken dat de meest wijdverspreide versie in geschiedenisboeken, maar ook in de westerse populaire cultuur, juist die is die Noord-Amerika beschouwt als een "ontdekking" en niet als een verovering, alsof het continent niet bestond vóór de blanke man of er bestond niets dat de moeite waard is om vandaag te onthouden. Alleen dankzij de uitgave van boeken zoals “Bury my Heart at Wounded Knee”, halverwege de twintigste eeuw, werden mensen bewust gemaakt van een (bijna onbekende) geschiedenis.
Ten tijde van de verovering telde de inheemse bevolking in Amerika ongeveer 500 miljoen mensen. Geschat wordt dat tussen 80% en 95% van de bevolking stierf in de periode van 1492-1550 als gevolg van ziekten geïmporteerd door Europeanen.
In het negentiende-eeuwse Noord-Amerika waren er meer dan 1.000 stammen, terwijl er tegenwoordig slechts 566 verschillende etnische groepen zijn in het Bureau of Indian Affairs. Tijdens de veroveringsoorlogen, het Wild West-tijdperk en alle daaropvolgende jaren bereikte de totale Indiaanse bevolking in de Verenigde Staten het laagste niveau van 250.000 mensen. Vandaag zijn de autochtonen enigszins herbevolkt (2,9 miljoen) maar vertegenwoordigen slechts 1,5% van alle Amerikanen. De dichtstbevolkte stammen zijn de Navajo, Cherokee, Choctaw, Sioux, Chippewa, Apache, Blackfeet, Iroquois en Pueblo.
Inheemse Amerikanen spraken niet in een enkele taal: er waren bijna 1.000 verschillende vormen van communicatie. Slechts 296 hiervan zijn vandaag overgebleven en slechts enkelen zullen het verloop van de tijd weerstaan.
Wat we hopen is dat de moderne geschiedschrijving ook dit zeer belangrijke deel van de geschiedenis van de Indiaanse volkeren zal omvatten, en uiteindelijk een bevolking bevrijdt die al voor de verschijning van de blanke mens zeer geëvolueerd en met diepe waarden verscheen, zeer ver van het verlangen van verovering en wreedheid die getoond werd door Europeanen.