Het kind dat bij jou het meest het bloed onder je nagels vandaan haalt lijkt het meest op jou en deze psycholoog legt uit waarom
In een gezin, zeker als dit een groot gezin is, dan komen er dagelijks ruzie en spanningen voor. Enerzijds is er de dagelijkse routine met onvoorziene gebeurtenissen die de gemoederen makkelijk hoog op kunnen laten lopen. Aan de andere kant heb je te maken met groeifases waar de jongste kinderen in zitten waardoor ze in opstand komen tegen ouders of broers.
Ouders zouden, vanuit hun perspectief bekeken, tenminste in theorie hun best moeten doen om hetzelfde gedrag te vertonen naar alle kinderen toe. Waarbij ze dan wel gesteund worden in hun uniek zijn, maar dat de huisregels voor hen hetzelfde zijn en ze evenveel aandacht krijgen. Ouders zijn echter ook maar mensen en zij kunnen op meerdere manieren gaan projecteren. Dat stelt psychologe Marta Segrelles van het Psychologengenootschap van Catalonië in Spanje.
Projectie is een afweermechanisme van de menselijke geest. Projecteren vindt dus plaats wanneer we een ander gedachtes toeschrijven of gedrag verwijten dat we van onszelf niet kunnen verdragen, omdat dit anders grote onrust en stress zou veroorzaken.
Door naar de ander over te hevelen kunnen we de aandacht verschuiven en afstand nemen. Dit zijn allemaal dingen die zeker niet helpen bij het opheffen van deze beperking, maar juist ervoor zorgen dat die beperking er niet lijkt te zijn en dat we dus een ander, die buiten onszelf staat, met die beperking als het ware opzadelen.
Maar dit gedrag vormt volgens de psycholoog de kern van vele spanningen die er zijn tussen ouders en kinderen. Deze laatsten zijn er begrijpelijkerwijs toe geneigd om de volwassen rolmodellen die ze om zich heen hebben, te volgen in hun voorbeeld. Kinderen kijken namelijk al van jongs af aan naar ouders in verschillende situaties van het leven en kunnen zij zich veel van het positieve als negatieve gedrag van hun ouders, eigen maken.
Vandaar dus dat je projectie krijgt. Vader of moeder wordt bijvoorbeeld veel vaker kwaad op de zoon waarin hij dingen van zichzelf herkent waar hij/zij een hekel aan heeft. Omdat ouders ook mensen zijn, hebben zij een verleden en onopgeloste problemen. Een voorbeeld daarvan is dat ze iets jammer vinden, spijt van iets hebben, verkeerde keuzes gemaakt hebben, gedrag waar ze zich voor schamen maar nooit gelukt is om dit gedrag te veranderen. En wanneer ze dus die eigenschappen terugzien bij een van hun kinderen, dan kunnen ze dat niet verdragen en reageren ze heel boos en projecteren ze op hun kind de afkeuring die ze eigenlijk voor zichzelf willen voelen.
De psycholoog stelt verder dat dit probleem in lichte vorm volkomen normaal is, maar dat ouders, als het tot extreme confrontaties en buitensporig onbehagen leidt, het probleem moeten oplossen. Daarvoor moeten ze een onderscheid maken tussen de (gezonde) wens om hun kinderen te sturen in de richting van het juiste en de (ongezonde) behoefte om af te rekenen met de nare zaken uit je eigen verleden en daarbij dan de persoonlijkheid van je kinderen te bekritiseren.
Dit hele "een plekje geven" van je verleden en analyse (zonder dat daar dan anderen bijkomen die dienen als spiegels) kan je doen door alleen al bewust en eerlijk naar jezelf te kijken. Gaat het om dingen die toch wat complexer zijn, dan kan hulp van buiten inroepen altijd, al is het maar gewoon een gesprekje dat voor bevrijding zorgt.