Wetenschappers vinden een prehistorisch wezen bewaard in barnsteen: het is een "spin" met de staart van een schorpioen
De bossen van het huidige Birma zijn rijk aan een zeer kostbaar natuurlijk element, dat in staat is om exemplaren van uitgestorven wezens miljoenen jaren lang te bewaren. Het gaat om de fossiele hars, oftewel barnsteen die deze keer groepen wetenschappers een nogal kostbare vondst heeft gegeven die getuigt van een belangrijk stadium in de evolutie van spinachtigen. Het is een “schepsel” dat een halve spin en een halve schorpioen is: dit type spinachtige heeft in feite een beweeglijke staart die langer blijkt te zijn dan zijn lichaam.
Onafhankelijke groepen onderzoekers hebben in het bijzonder 4 exemplaren van spinachtigen bestudeerd die dateren van 100 miljoen jaar geleden, dat wil zeggen tijdens het Krijt, wat het belang onderstreept van de ongelooflijke getuigenis die bijna perfect bewaard is gebleven in barnsteen.
Zijn naam is Chimerarachne yingi en het lijkt onze ergste nachtmerrie die uitkomt: een wezen met 8 poten, tanden en een zeer lange staart die lijkt op die van een schorpioen. Hoewel het een heel klein exemplaar is (2,5 millimeter), is zijn staart bijna twee keer zo lang als zijn lichaam. Toch is dit prehistorische wezen niet echt een spin, ondanks dat het 8 poten heeft, omdat het ook een staart heeft. Wetenschappers beweren dat deze staart waarschijnlijk als antenne werd gebruikt, misschien nuttig om de omgeving om hen heen te onderzoeken.
Dit is een nogal belangrijke ontdekking, want hoewel spinnen met staarten al waren ontdekt, zijn dit de eerste exemplaren van spinachtigen met een staart en tegelijkertijd spintepels waaruit ze hun spinsel afscheiden. Het lijkt daarom een tussenstap in de evolutie van de soort. Ondanks de aanwezigheid van spintepels zijn wetenschappers echter sceptisch dat de Chimerarachne yingi spinnenwebben weefden zoals moderne spinnen en, misschien, op basis van hun onderzoek, hadden de afscheidingen andere doelen.
Zeker, aanvullende toekomstige studies zullen meer licht kunnen werpen op de evolutie van spinnen en, in het bijzonder, van deze "tussenliggende" wezens.