Neurowetenschappers komen met nieuwe theorie over waarom we dromen: “te grote hersenhypothese"
Waarom dromen we? Veel mensen hebben het zich afgevraagd, nieuwsgierig betreft de droombeelden die tijdens de slaap vorm krijgen. Surrealistische gebeurtenissen, zonder chronologie of schijnbare logica, bekende of nooit ontmoete personages bevolken ons nachtelijk leven. Soms hebben we de neiging om te onthouden wat we dromen, als een levendige en bijna realistische ervaring, terwijl we het bij andere weer vergeten zodra we onze ogen openen.
De wetenschap heeft een nieuwe theorie uitgewerkt over waarom we dromen.
via Science Daily
Een groep neurowetenschappers, onder leiding van Dr. Erik Hoel, suggereert de reden waarom we dromen: om de ervaringen die we overdag beleven te begrijpen.
Onze dromen zouden ons brein namelijk helpen om de gebeurtenissen van het dagelijks leven beter te verwerken. Eerdere theorieën en hypothesen werden weerlegd door het vluchtige karakter van droomervaringen, terwijl in dit geval de objectieve benadering direct ter zake komt.
Zo formuleerde Dr. Hoel, assistent-professor neurowetenschappen aan Tufts University, in Massachusetts, de theorie die hij de “te grote hersenhypothese" noemde, volgens welke het brein zich uitstekend aanpast aan de blootstelling van personen aan dagelijkse prikkels. Dit genereert het fenomeen van overfitting: dromen zouden nodig zijn om de generalisatiefouten van ons brein te corrigeren, zodat het zou "krimpen" om een duidelijker beeld te krijgen van wat er is gebeurd.
"Er zijn ongelooflijk veel theorieën over waarom we dromen," zei Hoel, "maar ik wilde een theorie van dromen onder de aandacht brengen die de droom zelf heel serieus neemt, volgens welke de ervaring van dromen de reden is waarom je droomt.”
Hoel voert een parallellisme uit tussen de hersenen en machines met kunstmatige intelligentie: wanneer deze laatste een grote hoeveelheid gegevens verzamelen, kunnen ze worden gedefinieerd als getraind om deze informatie overal te herkennen. Bijgevolg passen ze zich aan een reeks gegevens aan, maar niet aan andere, waardoor datawetenschappers het probleem oplossen door wat verwarring binnen de gegevens zelf te creëren. Door middel van een proces dat "verlating" wordt genoemd, negeren experts bepaalde gegevens, waardoor machines ervaringen effectiever kunnen generaliseren.
Zonder te focussen op enkele individuele details, heeft men dus een breder en completer beeld van het scenario als geheel.
"De oorspronkelijke inspiratie voor diepgaande neurale netwerken waren de hersenen," zei Hoel. "Als je kijkt naar de technieken die mensen gebruiken voor de regularisatie van deep learning, komt het vaak voor dat deze technieken opvallende overeenkomsten vertonen met dromen."
Daarom helpt dromen ons om onze wereld beter en op een bredere manier te begrijpen, omdat de hersenen, net als kunstmatige intelligentie, de neiging hebben om te vertrouwd te raken met een bepaalde reeks gegevens in onze routine. Dus, door middel van dromen, produceert het een alternatieve versie van ons leven, om een beetje chaos te creëren zoals gebeurt in AI-machines.
"Het is precies de vreemdheid van dromen in hun afwijking van de ervaring als we wakker zijn die hen de biologische functie geeft", concludeerde Hell.
Ongetwijfeld een zeer interessante theorie.