Wanneer kinderen adolescent worden dan staan ze voor drie uitdagingen, zo help je ze het beste
De overgang van je kindertijd naar de adolescentie is zonder twijfel een delicaat proces waarbij er grote veranderingen plaatsvinden en je gaat staan voor je eigen identiteit. Waar eerst de familiekring een veilige bubbel vormde en dit fungeert als geen ander ijkpunt op zo'n jonge leeftijd, veranderen de verhoudingen en steunbehoefte zodra je de buitenwereld en de maatschappij ingaat. Hoe moet je je kinderen bijstaan in dit hele nieuwe gebeuren. Twee deskundigen bespreken drie uitdagingen waar kinderen mee te maken krijgen en komen met een interessant theoretisch model.
via Infobae
Uitwerking van de drie uitdagingen van adolescentie is een theorie van psychoanalitici Arminda Aberastury en Mauricio Knobel. Zij stellen dat de "duellen" waar kinderen voor staan wanneer de adolescentie haar intrede doet betreffen het lichaam, identiteit, en het besef als ouders dat je je kind loslaat. Als deze drie "slagen" zijn gestreden en overwonnen dan ben je als adolescent waarschijnlijk klaar om de volwassenenperiode in te gaan.
De eerste uitdaging, het lijf, betreft de fysieke en hormonale veranderingen die doorgaans in rap tempo plaatsvinden. Kinderen kunnen deze veranderingen mogelijk beleven alsof ze van buitenaf toe staan te kijken, totaal verrast door wat er op dat moment allemaal gebeurt. Het is dus belangrijk dat je je kan aanpassen en dat je de nieuwe staat van zijn accepteert. Dit kan in sommige gevallen een bepaald onbehagen geven en een gevoel van "depersonalisatie." Hetzelfde geldt ook voor de meest simpele bewegingen. Bewegingen die je als kind gewend was te maken kunnen lomp en houterig zijn aangezien je die nog niet helemaal meester bent. Dit hele gebeuren zet de opkomst in gang van een nieuwe identiteit, met het gevolg dat je rouwt om wie je was, wie je bent geweest, maar nu niet meer bent. Je rol als kind is klaar enmoet je mee stoppen en het feit accepteren dat je autonoom, onafhankelijk moet worden en dat je verantwoordelijkheden hebt.
Je identiteit als kind ben je eigenlijk niet helemaal kwijt omdat het hoe dan ook de basis vormt voor wie je wordt als adolescent. Je kinderidentiteit drukt een stempel op dat wat je volwassen identiteit zal gaan zijn. In deze overgangsfase ervaren adolescenten verschillende emoties waaronder verlies, verbazing, angst; gemoedstoestanden die heel begrijpelijk zijn wanneer je op zoek bent naar een heel nieuw evenwicht. Je zit in een soort "Midden-Aarde" een "niemandsland" omdat je geen kind meer bent maar ook nog niet volwassen. Doordat ze nog niet exact weten wat hun rol is kunnen kinderen in moeilijkheden zitten, in een staat van valse onafhankelijkheid. Dat wil enerzijds zeggen dat ze niet langer de vele aandacht en begeleiding nodig hebben zoals ze die kregen toen ze jongere kinderen waren. Maar dat ze aan de andere kant nog niet beschikken over de vrijheid en de autonomie die je je eigen maakt "als je groot bent."
De derde uitdaging is volgens de auteurs het besef als ouders dat je je kind loslaat. Dat begint met het loskomen van je moeder en vader, je hebt ze nog nodig maar dan op een andere manier. Het is het moment om een identiteit op te bouwen buiten het gezin terwijl je tegelijkertijd wel op hun steun kan rekenen. Je begint te begrijpen dat je ouders niet perfect zijn, dat ze zijn geïdealiseerd, dat je hun zwakheden herkent, maar ook hun sterke punten en wat ze te bieden hebben.
Hoe zou je je als ouders moeten bewegen in deze gecompliceerde fase, waar er sprake is van talloze tegenstrijdigheden? Aberastury en Knobel suggereren de meest geschikte gedragsmodellen waarmee je kinderen kan bijstaan in deze "duellen" die ze aangaan.
Allereerst is het belangrijk hun ruimte niet binnen te dringen wanneer ze in hun verliesfase zitten, bevestig al hun emoties en erken die als zijnde heel normaal. De adolescent moet de steun kunnen voelen van zijn ouders maar tegelijkertijd zich ook vrij voelen om zich af te zonderen of onder vrienden kunnen zijn.
Als je kind zich verdrietig en verward voelt, probeer dan deze gevoelens niet weg te nemen, zo adviseren de psychoanalisten. Begeleid hem eerder op begripvolle wijze met het doorleven van die emoties. Luister altijd wanneer daar de behoefte aan is en probeer twijfels weg te nemen waarbij je altijd zijn keuzes en vrijheid respecteert. Zo bevestig je hem in zijn autonomie en beslisvaardigheid. Hem boos, apathisch of in een dip zien zitten zal niet fijn zijn voor je, maar dit is normaal. En ook jij als je erover nadenkt zal vast je uitdagingen hierin moeten aangaan. Vergeet niet dat je hem moet accepteren zoals hij nu is, want ook al is hij nu aan het veranderen, in de kern is hij nog altijd hetzelfde.
Tot slot, de beste methode is volgens de deskundigen om aanwezig te zijn maar niet in te willen dringen, de nieuwe identiteit te accepteren van je kinderen door hen vrij te laten kiezen zodat je daarmee aanmoedigt dat ze hun identiteit ontwikkelen, maar dat je dit altijd met het aanbieden van je steun doet, mochten ze die nodig hebben. En dat zal zeker zo zijn.