Waarom hebben standbeelden uit de oudheid geen neus? Dit is de ware reden
We zijn zo gewend geraakt aan beelden uit de oudheid dat we niet meer letten op sommige interessante details. Vandaag de dag lijkt het voor ons vanzelfsprekend dat klassieke werken geen kleuren hebben, of lijkt het normaal dat beelden uit de oudheid geen neus hebben. Als de Grote Sfinx het perfecte voorbeeld is van deze eigenschap, blijft de vraag bestaan. Waarom hebben beelden uit de oudheid geen neus?
Oude beelden hebben geen neuzen: toeval of ontwerp?
Petar Milošević/Wikimedia Commons - CC BY-SA 4.0 DEED
De afwezigheid van een neus in beelden uit de oudheid kan alleen maar een zekere nieuwsgierigheid opwekken over dit schijnbare mysterie. Komt dit kenmerk te vaak voor om toevallig te zijn, of zit er iets anders achter? Ongetwijfeld zijn veel beelden beschadigd door vandalisme, maar dat is niet de reden waarom beelden uit de oudheid geen neus hebben.
Het meest klassieke voorbeeld van een beeld dat zijn neus heeft verloren is de Grote Sfinx van Gizeh, waarvan de afwezigheid onderdeel is geworden van de hedendaagse popcultuur. Maar dit is niet het enige voorbeeld: de geschiedenis van de Griekse en Romeinse kunst staat vol met beelden waarin verschillende details goed bewaard zijn gebleven, en toch ontbreekt de neus. De reden is niet toevallig. Maar waaraan is deze veel voorkomende tendens dan te wijten?
Waarom hebben standbeelden uit de oudheid geen neus?
Sailko/Wikimedia Commons - CC BY 3.0 DEED / Marsyas/Wikimedia Commons - CC BY-SA 2.5 DEED
Als we naar een beeld kijken dat al eeuwen oud is, vergeten we misschien hoe lang deze periode is. Om tot vandaag te komen, hebben beelden de elementen en natuurlijke slijtage doorstaan en hun sporen nagelaten. Oude beelden, vaak gemaakt van marmer, zijn kwetsbaar voor de effecten van de tijd: weersomstandigheden, blootstelling aan de lucht en de elementen en vandalisme kunnen hun vorm veranderen. En welke delen zijn het meest gevoelig voor deze veranderingen?
Niet alleen de neuzen, maar in het algemeen de meer uitstekende delen. Armen en hoofden raken vaak beschadigd en hetzelfde gebeurt met de neuzen van oude beelden. Een illustratief voorbeeld is de Venus van Milo: de neus zit er nog wel, maar de armen zijn verdwenen, voor altijd. We lijken vaak vandalen de schuld te geven, maar de waarheid is dat ook marmer wordt aangetast door de tijd en de elementen.
Het merkwaardige geval van de Egyptische standbeelden zonder neus: is de tijd hier ook schuldig aan?
Metropolitan Museum of Art/Wikimedia Commons - CC0 1.0 DEED / Gift of Mr. and Mrs. Thomas S. Brush/Wikimedia Commons - No known copyright restrictions
Technisch gezien kunnen we wel zeggen dat het verstrijken van de tijd ook bij Egyptische beelden een zekere slijtage heeft veroorzaakt, een van de duidelijkste voorbeelden van hoe oude sculpturen vaak zonder neus zijn. Maar dat is nog niet alles, tenminste in het geval van de werken die deze oude beschaving heeft nagelaten.
In het geval van de Egyptische beelden zonder neus lijkt het erop dat de elementen geen rol speelden. Integendeel, de neuzen werden vernietigd door steenhouwers die speciaal voor dit doel waren ingehuurd. De oude Egyptenaren geloofden namelijk dat standbeelden en schilderijen de vitale geest van de afgebeelde persoon bevatten. Het vernietigen van de neus kwam daarom neer op het verhinderen dat zowel het beeld als de afgebeelde persoon kon ademen, een daad die werd uitgevoerd om de overledene het eeuwige leven te ontnemen. Het is dan ook niet verrassend dat zelfs de farao's de beelden van hun rivaliserende voorgangers lieten verminkten. Tegelijkertijd wordt er gezegd dat grafrovers hetzelfde deden om de wraak van de overledene in het hiernamaals te vermijden. En we weten dat, als het op vloeken aankwam, de Egyptenaren ver vooruit waren.