Waarom valt beboterd brood altijd aan de kant waar die boter zit?
We weten allemaal dat beboterd brood altijd aan de kant valt waar het boter zit. Dit is geen echte regel, maar het fenomeen komt zo vaak voor dat het bijna de beruchte wet van Murphy lijkt op te roepen. En dat is ook zo. Maar waarom gebeurt het? Waarom valt beboterd brood altijd op de boterkant? Spoiler: pech heeft er weinig mee te maken.
Het dilemma van beboterd brood: een wetenschappelijk onderzoek
SuperKitty/Youtube
Ergens tussen serieus en grappig in, heeft het beboterde boterhammen dilemma veel mensen en zelfs sommige onderzoekers geïnteresseerd. Tegenwoordig wordt immers overal wetenschappelijk onderzoek naar gedaan en in dit geval is het een zeer serieuze zaak. Als wraak voor de boter en jam die op de vloer belandden, of uit serieuze wetenschappelijke nauwkeurigheid, publiceerde natuurkundige Robert Matthews een studie getiteld “Tumbling toast, Murphy's Law and the Fundamental Constants”. Vertaald als “Toast, Murphy's Law en de fundamentele constanten”, behandelde de studie de vraag op een wetenschappelijke manier en won hiervoor ook de prestigieuze Ig Nobelprijs. Maar waarom valt beboterd brood dan altijd aan de kant met de boter?
Waarom valt beboterd brood altijd aan de boterkant?
Freepik
Om te begrijpen waarom beboterd brood altijd op de boterkant valt, analyseerde Matthews verschillende van dit soort incidenten en kwam tot een definitieve conclusie. Het feit dat het beboterde brood aan de verkeerde kant valt, is niet te wijten aan het gewicht van de boter, maar het zwaartepunt van de boterham en de hoogte vanwaar het brood op de grond valt, spelen een belangrijke rol. Wanneer de val begint, begint de beboterde boterham namelijk aan een rotatie met een snelheid die gewoonweg niet voldoende is om een volledige rotatie te maken. Als gevolg daarvan valt het beboterde brood altijd aan de boterkant. De dingen zouden veranderen als de hoogte van de tafel anders was, legt Matthews uit, maar het hangt af van onze lengte als mensen en tweevoetige dieren die meer schade oplopen bij een val, die op zijn beurt wordt beperkt door de relatieve sterkte van de fysieke bindingen in de schedelbeenderen en de zwaartekracht. Zoals Matthews zelf zegt, gekscherend maar misschien niet eens:
De intensiteit van deze krachten wordt op zijn beurt opgelegd door verschillende fundamentele constanten, zoals de lading van het elektron, waarvan de waarden werden vastgesteld in de kosmische oerknal, ruim 15 miljard jaar geleden.
De paradox van de beboterde kat
SuperKitty/Youtube
Als beboterd brood altijd aan de boterkant valt, dan komt dat door voorouderlijke oorzaken en fundamentele constanten van het universum. De humoristische kant is duidelijk, maar het dient om te illustreren hoe de kleinste gebeurtenissen afhankelijk zijn van dezelfde natuurkundige wetten die ons leven beheersen. John Frazee, die in 1993 de paradoxale beboterde kat presenteerde, denkt er ook zo over. Als beboterd brood altijd op de boterkant valt en een kat altijd op zijn poten valt, dan zou het mogelijk zijn om tot een eeuwigdurende beweging en oneindige energie te komen. Door een snee beboterd brood op de rug van een kat te binden, zouden de twee uiteindelijk ronddraaien en nooit stoppen.
Het is duidelijk dat Frazee ook hier heeft gespeeld met de twee concepten die als zeker worden beschouwd, zelfs zo ver dat hij hun grenzen heeft verkend. De waarheid is dat zelfs achter deze humoristische uitkomsten strikte wetten van het universum schuilgaan, en dat als beboterd brood altijd op de boterkant valt, dat geen pech is. Niet alleen, tenminste.