Waarom hebben niet alle batterijen dezelfde vorm en grootte als het doel hetzelfde is?
We hebben allemaal thuis, snuffelend in de laatjes, veel oude en nieuwe batterijen van verschillende soorten en maten. Maar waarom zijn batterijen niet allemaal hetzelfde, als hun functie hetzelfde is?
Apparaat leeg: welke batterij kiezen?
Freepik
De avond is eindelijk aangebroken en je bent klaar om comfortabel op de bank te zitten en naar je favoriete programma te kijken, dat over vijf minuten begint. Klaar om te ontspannen, pak je de afstandsbediening om de televisie aan te zetten, maar er gaat iets mis: er gebeurt niets. Met ontsteltenis realiseer je je dat de batterij van de afstandsbediening leeg is en dat je geen minuut te verliezen hebt: je hebt vervangende batterijen nodig.
Je rent naar de kast - of de plek waar je de voorraad batterijen bewaart - je kijkt ernaar en vraagt je af: welke is de juiste? Sommige zijn misschien al gebruikt, maar dat is niet de enige twijfel. Misschien weet je niet zeker welke de juiste is: D, AA of AAA? De keuze is enorm en het tv-programma kan op de achtergrond komen te staan als je probeert te begrijpen waarom batterijen in zoveel verschillende vormen verkrijgbaar zijn als hun gemeenschappelijke doel is om je elektronische apparaten van stroom te voorzien.
Geschiedenis en evolutie van batterijen
In elk huis is het mogelijk om tijdens het ronddwalen door de kamers en het observeren van de apparaten een opmerkelijke hoeveelheid batterijen te vinden die sterk van elkaar verschillen. Er zijn honderden verschillende soorten: of het nu een horloge is of een mobiele telefoon, een zaklamp of een auto, de functie is hetzelfde, maar het formaat niet. Sommige zijn erg groot, andere klein, zoals lithium-ionen. De vraag is: waarom?
Om dit te begrijpen, moeten we een stapje terug doen en hun geschiedenis kennen. Benjamin Franklin gebruikte in 1749 voor het eerst de term “batterij” om te verwijzen naar de condensatoren die hij gebruikte om zijn experimenten met elektriciteit uit te voeren. In de daaropvolgende twee eeuwen, aan het einde van de 19e eeuw en aan het begin van de twintigste eeuw, werden batterijen algemeen bekende energiebronnen, die in staat waren opgeslagen chemische energie om te zetten in elektrische energie. En juist het feit dat ze bedoeld zijn voor een veelheid aan toepassingen heeft het noodzakelijk gemaakt om vele soorten verschillende vormen en maten te creëren, ook op basis van de productiekosten.
Grootte van batterijen: algemene normen
Pexels
Grotere objecten en apparaten vereisen meer stroom, en daarom onvermijdelijk grotere batterijen. Op dezelfde manier is de ontwikkeling van de technologie verschoven naar steeds kleinere apparaten, die daarom kleinere – en minder krachtige – batterijen nodig hebben. Om te voorkomen dat er voor elk nieuw apparaat een nieuwe batterij moet worden ontwikkeld, is er bovendien een wijdverbreid besef ontstaan van de noodzaak om universele standaarden te creëren.
Daarom kwam in 1924 een groep batterijfabrikanten, in overleg met verschillende overheidsinstanties, bijeen om een maatstaf voor de afmetingen vast te stellen. Vandaar het idee om de letters van het alfabet te gebruiken om hun grootte aan te geven: aanvankelijk waren er dus batterijen A, B, C, D, E enzovoort. Na een bepaalde periode van stabiliteit ontstond de behoefte om nog kleinere batterijen te maken en in de jaren ’50 werden AA- en AAA-batterijen uitgevonden voor kleinere apparaten.
Sommige voorwerpen waarvoor batterijen nodig zijn, zijn in de loop van de tijd verouderd en bijna volledig van de markt verdwenen, bijvoorbeeld de apparaten die B-batterijen gebruikten. Hoe dan ook, de keuze is werkelijk enorm en het kan soms een beetje ingewikkeld zijn om te begrijpen welke geschikt is, maar het kennen van de geschiedenis en de “evolutie” kan dit helpen verduidelijken, samen met de hulp van een expert op dit gebied.
