De reden waarom postzegels vroeger gekartelde randen hadden, en waarom ze die vandaag de dag nog steeds hebben
We herinneren ons allemaal de “oude” postzegels, die met lijm of vaker speeksel op de achterkant van ansichtkaarten en brieven werden geplakt. Weinigen weten echter de reden waarom velen, zelfs vandaag de dag nog, een "getande" vorm hebben.
De randen van postzegels zijn niet recht, waarom niet?
Pexels
De postzegels die op brieven worden geplakt door op de achterkant te likken, lijken een verre herinnering. Tegenwoordig hebben zelfklevende postzegels deze oude gewoonte vervangen. Hoewel de manier om postzegels op post te plakken is geëvolueerd, is één ding hetzelfde gebleven: de randen van deze kleine vierkantjes zijn nog steeds "gekarteld". In feite presenteren ze zich met zigzagcontouren, die zowel merkwaardig als onverklaarbaar kunnen lijken.
Hoewel ze bijna ouderwets zijn, worden de postzegels die worden gebruikt voor het verzenden van brieven, documenten en ansichtkaarten, worden grotendeels verzameld: de waarde wordt bepaald door de staat van bewaring, die, indien optimaal, aanzienlijke bedragen kan bereiken. Dit gaat uiteraard verder dan de typische en standaard conformatie: in tegenstelling tot wat je zou denken, is het ontwerp niet willekeurig, maar er is een heel specifieke reden waarom de zijkanten van de postzegel niet recht zijn. Of tenminste, die was er: tegenwoordig hebben ze hun strategische functie verloren, maar vroeger was dat helemaal niet het geval.
Hier dienden de “getande” randen van de postzegels voor
Toen moderne zelfklevende postzegels nog niet bestonden, was het systeem om ze te gebruiken heel anders. Als je kijkt naar de meeste postzegels die dateren uit de late 19e eeuw tot de hele 20e eeuw, zie je gemakkelijk wat "perforatie" wordt genoemd: het is een reeks kleine gaatjes rond elke postzegel, die samen met vele andere op een vel werd gedrukt, waarvan de postzegel op deze manier gemakkelijk kon worden losgemaakt.
Dit systeem werd ingevoerd om het met de hand afscheuren te vergemakkelijken. Tussen 1840 en 1850 moest een postzegel, om hem te kunnen gebruiken, met een schaar of een mes worden uitgeknipt uit een speciaal boekje of pakje dat meerdere hoeveelheden bevatte. Deze methode was niet alleen bijzonder onhandig, maar bracht ook het risico met zich mee dat de postzegel, die erg klein was, gemakkelijk beschadigd kon worden, waardoor hij onbruikbaar werd. In het midden van de 19e eeuw introduceerden veel landen de perforatie dankzij de komst van geschikte apparatuur, wat talloze voordelen met zich meebracht.
Waarom hebben moderne postzegels ook gekartelde randen?
Pixabay
Door het gebruik van scharen en andere snijwerktuigen af te schaffen, werd het veel gemakkelijker en praktischer om een postzegel los te maken en toch intact te laten. Door de twee zegels naar elkaar toe te trekken, scheidde het papier zich op het perforatiepunt tussen de randen en werden de zegels netjes en precies losgemaakt. Tegenwoordig is er naast perforatie nog een andere methode, die stansen wordt genoemd en wordt gebruikt voor zelfklevende zegels. Alle zegels staan op een draagvel en kunnen door een zuivere snede van elkaar gescheiden worden. Meestal wordt zelfs in deze gevallen de perforatie ook op het steunvel gehandhaafd, zodat een deel ervan aan de postzegel kan blijven zitten.
De gekartelde randen van postzegels zijn zo traditioneel en herkenbaar dat ze zelfs vandaag de dag in veel gevallen als zodanig worden behouden op stickers die niet geperforeerd zijn. In dit geval is het doel puur esthetisch en suggestief: de samenleving is gehecht geraakt aan het traditionele aspect van de oudste postzegels, dat ook in het heden wordt behouden en opnieuw wordt voorgesteld.