Zo Konden De Oude Egyptenaren Grote Delen Van De Piramiden Verplaatsen In De Woestijn

De onderzoekers van de FOM en de Universiteit van Amsterdam zijn er eindelijk achter hoe de oude Egyptenaren het voor elkaar kregen grote rotsblokken voor de bouw van de piramiden te verslepen door de woestijn.

Door middel van experimenten en het nabootsen van woestijnomstandigheden hebben onderzoekers ontdekt dat het geheim zit in de vochtigheid van het zand. De wrijving wordt minder en daardoor glijden de rotsblokken beter.

Egyptologen wisten al eerder hoe de Egyptenaren massale blokken kalk uit de grotten haalde door gebruik te maken van binnenvaartschepen, maar het was niet duidelijk hoe ze stenen van 2,5 ton door de woestijn konden verplaatsen

Voor het verslepen van stenen uit de groeve naar de bouwplaats gebruikten de Egyptenaren een speciale sleepmethode.

Door het trekspoor voor het rotsblok nat te maken kon de de wrijving worden verminderd en konnen de rotsblokken glijden.

De ontdekking wordt onderbouwd door een muurschildering in de tombe van een farao. Je kunt zien dat een stoet arbeiders voorafgegaan wordt door een man die het zand nat maakt